Van mijn relaties krijg ik vaak de vraag: Kees wanneer moet ik een huurder een verhuiskostenvergoeding aanbieden?

Ik antwoord dan: de huurder van woonruimte heeft recht op een verhuiskostenvergoeding als renovatie noodzakelijk is. De vergoeding bedraagt 5.892 euro per woning (2016).

Er bestond onduidelijkheid wanneer de verhuurder de verhuisvergoeding moet betalen. Sinds een uitspraak van de Hoge Raad van 22 april 2016 is dat niet meer zo.

Eerst moet worden vastgesteld of er sprake is van renovatie.

Wat is renovatie?

Dat is wijziging van de woning waardoor de huurder meer wooncomfort krijgt. Is er geen verhoging van het woongenot, dan is er geen sprake van renovatie.

Renovatie alleen is niet genoeg. Verhuizing moet noodzakelijk zijn wil er een recht op vergoeding ontstaan. Kan de huurder (in redelijkheid) in de woning blijven dan is er geen recht op de verhuisvergoeding.

Hoe lang de renovatie duurt is niet van belang. Stel dat die één dag duurt. Dan moet toch de gehele vergoeding worden betaald.

Ook is niet van belang dat de huurder tijdelijk bij familie of vrienden onderdak krijgt. De verhuiskostenvergoeding is een forfaitair bedrag. Dat betekent dat geabstraheerd wordt van de werkelijke kosten die de huurder heeft. Heeft hij (zij) feitelijk geen of weinig verhuiskosten dan heeft de huurder toch recht op de volledige vergoeding.

Je ziet vaak dat de verhuurder onderhoudswerk tegelijk met het renovatiewerk uitvoert. Onderhoudswerk is bijvoorbeeld het vervangen van de kozijnen. Dit soort werk is gericht op het verhelpen of voorkomen van gebreken aan de woning. In de wet  is dit aangeduid met ‘dringende werkzaamheden’ omdat uitstel niet wenselijk is.

De huurder is verplicht om dringende werkzaamheden toe te staan. Bij dringende werkzaamheden bestaat geen recht op de verhuiskostenvergoeding.

Daarom is het onderscheid tussen onderhouds – en renovatiewerk belangrijk.

Ik geef een voorbeeld.

In een woning moeten alle kozijnen worden vernieuwd. De nieuwe kozijnen worden voorzien van dubbelglas. Het vernieuwen van de kozijnen is onderhoud; het dubbel glas is renovatie.

Als de huurder moet verhuizen vanwege het vervangen van de kozijnen heeft hij geen recht op de vergoeding. Is verhuizen nodig vanwege het aanbrengen van het dubbel glas wel.

Moet nu die vergoeding wel of niet worden betaald? Er zijn twee manieren om een einde te maken aan deze onzekerheid. De zaak aan de kantonrechter voorleggen. Die hakt de knoop door. Wel of geen vergoeding.

Of partijen sluiten een vaststellingsovereenkomst. Ook als deze overeenkomst in strijd is met dwingend recht (artikel 7: 220 lid 5 BW over de verhuisvergoeding is dwingend recht) dan is wat partijen in deze overeenkomst vaststellen geldig. Einde onzekerheid.